Of het nu de Farc of Almere is…

Vorige week publiceerde HP/De Tijd fragmenten uit het dagboek van Tanja Nijmeijer, het Nederlandse meisje dat zich vier jaar geleden in Columbia aansloot bij de communistische guerrilla’s van de Farc, om te vechten voor… een betere wereld?

Het is een extreem deprimerend dagboek. Omdat Tanja zelf wat depressief is (‘Ik verveel me.’, ‘Ik voel me nutteloos’, ‘Ik raak steeds verbitterder en zwijgzamer’), maar vooral omdat dat volkomen terecht is. Want ze zit dan wel in de jungle, maar als je de guerrilla-terminologie even wegdenkt, zou dat net zo goed het hoofdkantoor van verkeerbeheer in Almere kunnen zijn.

Ze doet de hele dag eigenlijk niks, haar collega’s zijn dom en achterbaks en haar superieuren hypocriet, want alleen geïnteresseerd in vrouwen en zelfverrijking. ‘Wat is dit voor organisatie waar sommigen geld en sigaretten hebben en de rest moet bedelen om door de eerste groep afgesnauwd te worden. Waar wij de hele dag moeten werken terwijl de commandanten lullen. Altijd dezelfde suffe missies.’

Of: ‘De vijand is in geen velden of wegen te bekennen en dus moeten we voor de zoveelste keer de documenten bestuderen. Herhalen wat al dertig keer uitgelegd is… Aaaah!’ Dat zou toch net zo goed een beschrijving van de wekelijkse afdelingsvergadering op maandagochtend kunnen zijn?

Daarom droomt Tanja van een beter leven. Ze is toe aan iets nieuws. ‘Ik wil dromen, plannen, leven.’ Liefst met een leuke jongen, want over de liefde, daar schrijft ze nog het meest over. Ze is verliefd op Karel, maar Karel heeft een ander, is ‘verblind door haar tieten en zogenaamde sexappeal, hij gelooft haar in alles en dat rotmens heeft vrij spel.’

Gaat het over de favoriete secretaresse van de baas? Over de minnares van een overspelige echtgenoot? Tanja ondertussen: ‘Vier jaar lang loop ik al te koken. Ik lees niet, schrijf weinig, raak om niets geïrriteerd. Wat een kutzooi.’ Een ongelukkige huisvrouw zou het niet anders geformuleerd hebben.

En zo zie je maar weer: welke maatschappelijke rol je ook bekleedt in de samenleving, uiteindelijk maakt het allemaal niet zoveel uit. Het leven is doorgaans weinig spannend en iedereen droomt van een beter bestaan.