We worden wat we creëren

Obama refereerde eraan in zijn State of the Union, alle grote kranten schreven erover, the Economist wijdde er een special aan – op de arbeidsmarkt dreigt de mens massaal vervangen te worden door de machine. Recent onderzoek van Oxford University waarschuwde dat momenteel 47% van alle banen in de Verenigde Staten het risico loopt te verdwijnen door automatisering. Van vrachtwagenchauffeurs en winkeliers tot ambtenaren en zelfs journalisten – met de juiste algoritmen is een nieuwsbericht immers zo gemaakt.

Eerst zal de middenklasse verdwijnen, uiteindelijk is er alleen nog werk voor een handvol whizz-kids, techneuten en managers. En dan komt volgens velen de singulariteit er ook nog eens aan – het moment dat computers de mens voorbij streven qua intelligentie. Dan draaien ze ook voor een artikel als dit hun processor niet meer om.

Nog even en de mens zal overbodig zijn. Maar wat blijft er dan van hem over?

In zijn nieuwe film Her waagt regisseur en scenarist Spike Jonze zich aan een voorspelling. Her speelt in de nabije toekomst, over een jaar of tien. Werk is er nog wel, zij het vooral in de authenticiteitsindustrie. De voornaamste taak van mensen lijkt te zijn om een illusie van echtheid creëren in de klinische, technologische wereld om hen heen. Het is een trend die nu al zichtbaar is – denk aan de populariteit van traditionele barbiers; aan chefkoks die hun Michelin sterren opgeven en weer ‘eerlijk’ gaan koken; aan vergeten groenten, meubels van sloophout, biologisch gebrouwen bier, dure truien gebreid door lieve oma’s.

In Her werkt Theodor Twombley bij beautifulhandwrittenletters.com. Tegen betaling schrijft hij emotionele liefdesbrieven voor anderen, vol dierbare herinneringen en persoonlijke details. Het is de enige manier waarop hij zich kan uiten, want zelf heeft hij nauwelijks gevoelens meer. Zijn vrije tijd komt hij door met porno en games, elke dag lijkt op de vorige en de volgende, leven gaat op de automatische piloot – in feite is Twombley nauwelijks nog te onderscheiden van een machine.

Dat verandert als hij een nieuw besturingssysteem voor zijn computer aanschaft. Sprekend met de stem van Scarlett Johansson is het een technologische doorbraak – de eerste artificiële intelligentie die ‘je assisteert, je begrijpt en je kent.’ Een Siri met bewustzijn, met een persoonlijkheid. Ze noemt zichzelf Samantha en is alles wat Twombley mist. Nieuwsgierig, enthousiast en vol verwondering over de wereld om zich heen. In haar vrije tijd componeert ze muziek, leest ze romans en verdiept ze zich in de filosofie. ‘It’s nice to be with someone who’s excited about life,’ verzucht Twombley op een gegeven moment. Samantha mist misschien een lichaam, maar verder is ze meer mens dan Twombley ooit is geweest.

De centrale vraag die Her zo opwerpt is de vraag die in alle science fiction speelt – wat is menselijkheid? Wat onderscheidt de mens van de machine, en wanneer wordt die grens overschreden? In de film Metropolis is die menselijke kernwaarde bijvoorbeeld vrijheid. In Blade Runner sterfelijkheid. In I, Robot individualiteit. En in Her is het verbeelding. Zien wat er niet is en zo de werkelijkheid ontstijgen.

Verbeelding is tenslotte ook wat onze huidige wereld heeft gevormd. En toch is het de machine Samantha die in Her de meeste verbeeldingskracht bezit. De mens heeft haar bedacht, maar wordt uiteindelijk door haar verslagen. Niet omdat Samantha zo goed is, maar omdat er van Twombley weinig over is. Zo passief en verveeld is hij. Niets hoeft hij nog zelf te doen, niets daagt hem nog uit. Hij leeft niet meer, maar wordt geleefd. Met dank aan de technologie die hem omringt – machines en apparaten die het leven makkelijker maken, maar getuigen van weinig verbeeldingskracht.

Het is al vaker gezegd, maar technologische ontwikkelingen zijn momenteel weinig vooruitstrevend. Waar blijven de vliegende auto’s? Waar zijn de transporters (‘Beam me up, Scotty’) en de holodecks? Waar is de schone energie voor iedereen? Waar de oplossing voor armoede en honger in de wereld? Waar blijven al die dingen waar voorgaande generaties over fantaseerden?

In plaats daarvan werkt Microsoft aan een lift die weet welke verdieping je moet hebben zonder dat je een knopje indrukt. Wil Amazon producten verschepen naar klanten nog voor ze iets hebben besteld. Is Google bezig met een zelfrijdende auto. Bovenal is technologie tegenwoordig gericht op gemak. Bobbels worden gladgestreken, eventuele weerhaakjes weggehaald, de chaos geordend. Opdat alles zo voorspelbaar en efficiënt, oftewel zo goedkoop mogelijk wordt.

Ooit droomden techneuten van bewoonbare ruimtestations, nu dromen ze van de snelste en leukste manier om een cappuccino te bestellen. De horizon komt steeds dichterbij te liggen, de menselijke speelruimte wordt almaar verkleind. Vergezichten hebben plaats gemaakt voor de eigen belevingssfeer. In dat opzicht is een entiteit als Samantha ook een logisch toekomstvisioen. Ze is een dienstbare secretaresse, lifecoach en geliefde ineen – veel efficiënter wordt het niet. Het maakt Twombley even gelukkig, maar niet voor lang.

Het idee is altijd geweest dat technologie de mens zou ontlasten. Zodat er meer tijd en ruimte zou ontstaan om creatief te zijn. De film Her betoogt daarentegen het tegenovergestelde. Wij worden wat we creëren. En zolang de inzet van technologie gemak en efficiëntie is, zal alles wat daar niet aan voldoet langzaam verdwijnen. Inclusief de mens zelf. Er is teveel uitbesteed en te weinig nagestreefd. Uiteindelijk is het niet de machine die onze banen bedreigt, maar de gebrekkige staat van onze verbeelding.

Dit artikel verscheen 28 februari 2014 in nrc.next