what is to be done

Literatuur heet om het kleine te gaan, om de schoonheid van details. Niet wat je schrijft, maar hoe je dat doet, vorm boven vent, enzovoort. En inderdaad, die insteek kan literaire pareltjes opleveren, fonkelende diamanten zelfs. Maar nooit een bulldozer.

What is to be done van Nikolai Chernyshevsky is een bulldozer. Radicaal en subversief, woest en bombastisch – toen de roman in 1863 uitkwam veroorzaakte het een aardschok.

De bekende anarchiste Emma Goldman noemde het lezen ervan ‘haar ontwaken’. Volgens Lenin gaf de roman energie die een leven lang meegaat. Het is algemeen aanvaard dat ditboek de brandstof voor de Russische Revolutie heeft gevormd.

Protagonist is Vera Pavlovna, een eigenzinnige vrouw die weigert de wetten van haar tijd slaafs te volgen. Een huwelijk op stand interesseert haar niet, ze zoekt haar eigen weg.

‘What filth, what pure filth – “possession”. Who dares possess another person?’, zegt ze op een gegeven moment. Chernyshevsky heeft dan allang duidelijk gemaakt dat de onderdrukking van de vrouw parallel loopt aan de uitbuiting van de lagere klassen. In feite is What is to be done één lang pleidooi voor het losbreken uit de knellende banden van God, Tsaar en kapitaal, voor vrijheid en zelf-actualisatie, voor het ontwaken van ‘een nieuwe mens’.

Vera zal gelukkig eindigen, voor de tweede keer getrouwd en met een eigen onderneming. Daar verklap ik niets mee, want Chernyshevsky kondigt alles van tevoren aan. Hij spreekt zijn lezers en personages voortdurend toe (‘Verochka! This isn’t love at all! It’s a mixture of tawdry vulgarity and filthy rubbisch!’).

Niet iedereen waardeert die arrogante toon, de essays vermomd als dialogen, de openlijke propaganda, de grilligheid van het geheel. Maar, zo schrijft Chernyshevsky: ‘You may thank me. You so love to cringe before those who abuse you; so now you can cringe before me, too’.

What is to be done is alles wat een roman zou moeten zijn. Brutaal en groots, barstend van de energie. Een oproep om kaders kapot te slaan, grenzen te doorbreken, om de wereld met opgeheven hoofd tegemoet te treden, altijd. Niet als vrouw, maar als mens. Ja, als een bulldozer.

Dit artikel verscheen juni 2012 in Opzij, als antwoord op de vraag: welk boek zou elke vrouw gelezen moeten hebben? Maar het geldt natuurlijk ook voor elke man.